fbpx

In een geweldig artikel, dat ik onlangs deelde op Facebook,  vertelt hoogleraar neuropsychologie Jelle Jolles naar aanleiding van zijn nieuwe boek ‘het Tienerbrein’ over naar de middelbare school gaande kinderen:

‘Veel ouders denken dat ze vanaf een jaar of 14 niet meer zo veel kunnen doen. Maar je hebt als ouder nog een belangrijke rol als coach, mentor en adviseur. Dat brein van een 15-jarige is nog ruim tien jaar(!) in rijping en alle hersenfuncties zijn nog in ontwikkeling.’

‘Mijn pleidooi gaat niet zozeer over het aanpassen van het onderwijs en ik wil ouders ook niet de les lezen. Ik zou graag een vorm van onderwijs zien waarin veel meer contact is tussen ouder, kind en leraar.’

Mijn ervaring sluit hierbij aan. Ouders maken weinig gebruik van de contactmomenten die er zijn met docenten. Ik vraag mij af hoe dat komt.

Denken ouders dat ze alleen nog thuis een rol hebben als opvoeders?
of
Dat ze hun zoon of dochter nu niet (meer) kunnen of hoeven te helpen met het leren?

Maar dat lijkt maar zo
Volgens mij vinden veel ouders het gewoon moeilijk en lastig om te wennen aan de nieuwe situatie ‘met een kind op de middelbare school’ en de gedeelte verantwoordelijkheid met een grote groep docenten.

Toch wil iedere ouder dat zijn of haar kind het goed doet op school en dat zoon of dochter zonder al te veel problemen het diploma behaalt. Om van daaruit verder te kunnen leren of een baan te kunnen zoeken. Ja, toch?

Ik kan me heel goed voorstellen dat ouders dat vanuit de thuissituatie ook heel moeilijk vinden. Want de kinderen gaan niet alleen naar een de nieuwe school waar ze nieuwe indrukken opdoen, nieuwe vrienden maken, enz. Er verandert ook nog van alles in de groeiende lijven.
In de middelbare schooltijd doorloopt de tiener  grofweg twee fasen: van 10 tot 14 jaar de vroege adolescentie en van 14 tot circa 16 jaar de midden adolescentie. In de vervolgopleiding wordt dan de late adolescentie (17 tot 22 jaar) doorlopen.

Behoefte aan steun en sturing

In de vroege adolescentie heeft, ook volgens Jolles, de tiener behoefte aan steun en sturing. De ouder is dan vooral (liefdevolle) manager en (sturende) coach. Later verandert dat in coach en consulent.

Ouders als rustpunt en verstrekker van overzicht bij het leren (en leven).

Het gaat er dus als ouder niet om ‘dat je iets moet kunnen uitleggen’ of ‘dat je op alle vragen een antwoord weet ’.  Het gaat er vooral om dat je helpt bij het aanbrengen van structuur. De overstap van het basisonderwijs naar een vaak veel grotere middelbare school maakt het leven van de tiener  een stuk complexer. Denk daarbij aan de veranderende positie van ‘de oudste/grootste’ zijn op het schoolplein naar ‘weer onderaan beginnen’, om over het zeulen met de schooltas en de heen- en terugreis van school nog maar te zwijgen.  Kortom: de wereld van de jonge tiener wordt op deze wijze danig op de kop gezet en ook al houden zij zich groot… Daar kunnen zij best wel een ouder als rust- & steunpunt bij gebruiken!

Om het leven van de tiener niet nog chaotischer en complexer te maken is het goed om bij het ondersteunen aan te sluiten op de structuur die de school en het lesmateriaal hanteert.  In de contactmomenten met docenten kun je als ouder een beeld krijgen hoe de docent daarmee om gaat. Daarnaast is het handig om te horen hoe je kind bij die docent in de klas zit c.q. in zijn/haar vel zit. Dat je de volgende keer een ‘gezicht’ hebt bij de docent  als zijn/haar naam weer eens  aan tafel ‘valt’, is een andere prettige bijkomstigheid.

 

Ouders als sturende coach en voor hulp en handigheden

Als ouder heb je ook een controlerende functie om te zien of (school)afspraken wel min of meer worden nagekomen: nagaan of het huiswerk is gedaan, hoeveel tijd wordt er aan de computer, tablet of smartphone wordt besteed.

Maar besef ook dat jij diegene bent die bewaakt of je kind niet te veel hooi op de vork neemt door al te enthousiast aan allerlei zaken te beginnen. Daaraan zit ook het sociale aspect gekoppeld  waar een kind wegwijs in moet worden gemaakt. Het is een heel scala aan mogelijkheden: aanmoedigen, afremmen, (na)praten, bespreken, analyseren, enz.

Uit onderzoek is gebleken dat aanmoedigen, vertrouwen geven en bespreken van een gebeurtenis enorm stimulerend kan werken.

Bij de contactmomenten met docenten kun je achterhalen hoe hij/zij en de school  hiermee omgaan, zodat je weet op welk vlak je als ouder een docent kunt aanvullen. Bovendien heeft bijna iedere leerling wel een paar leraren waar ze in de omgang goed mee kunnen en waar het minder mee gaat. Vanuit dit gezichtspunt is het ook goed om eens te praten met deze docenten, al is het maar om je kind beter te leren begrijpen en beter te kunnen helpen.

 

Slotsom

Je kunt alleen maar tot de slotsom komen dat je kinderen jou als ouder ook op de middelbare school nog keihard nodig hebben en dat je als ouder, waarschijnlijk ongemerkt, al heel veel  aan ‘managing’ en ‘coaching’ doet.

 

Mocht je, samen met je jonge adolescent (brugpieper), behoefte hebben aan ondersteuning,

bekijk dan gerust of mijn online training ‘Slimmer leren in minder Tijd’ jullie kan helpen.

 

Want leren is goed maar…

er moet wel genoeg tijd overblijven voor groei, gestuiterd, gezelligheid en andere belangrijke (tiener)zaken.